IJsland

Beste reistijd

In juni, juli en augustus bloeien de meeste bloemen en vanaf mei tot begin augustus zijn er veel zeevogels op het eiland te bewonderen. De laatste onverharde bergwegen in het binnenland gaan pas begin juli open, maar dan ligt ook geheel IJsland aan uw voeten. Het wordt nauwelijks donker en men kan tot in de late uurtjes fotograferen of wandelen. 
Steeds meer mensen ontdekken de schoonheid van IJsland in het voor- en najaar: het ontluikende groen en de eerste trekvogels of de schitterende herfstkleuren en kans om het Noorderlicht te zien. Bovendien zijn er weinig toeristen en is het aanzienlijk voordeliger. Het binnenland is in deze tijd van het jaar weliswaar onbegaanbaar, maar de kuststreken en de iets minder dan 1400 kilometer lange ringweg zijn goed bereisbaar. 

IJsland houdt zeker geen winterslaap: in en rondom Reykjavík is er van alles te zien en te doen. De dagen zijn weliswaar kort maar er is een grote kans om in het donker het schitterende Noorderlicht te zien.

IJsland ligt op de Midatlantische rug net ten zuiden van de poolcirkel. In tegenstelling tot wat de ligging en naam doen vermoeden is het in IJsland warmer dan vaak wordt gedacht. Dankzij een uitloper van de Warme Golfstroom ligt in de zomer de temperatuur gemiddeld rond de 12˚C, enkele graden hoger dan op deze breedte normaal is. Een paar dagen per jaar beleven de eilandbewoners hun eigen hittegolf: de temperatuur overschrijdt dan de 20˚C. Tijdens de zomernachten daalt de temperatuur tot 5˚C. In het binnenland kan er gemakkelijk nachtvorst optreden.

Aangezien IJsland op een overgangsgebied ligt van koude en warmere lucht- en waterstromingen, waait het bijna altijd op het eiland. Dit draagt ertoe bij dat het IJslandse weer gemakkelijk binnen het uur kan veranderen, en dat een dag die met druilerig weer begint niet zelden eindigt in een stralende middag en avond. Als de wind naar zee waait, is het meestal goed weer. Zeewinden, en met name westen- en zuidenwinden, zorgen juist voor een aanvoer van vochtige oceaanlucht. In het zuiden en westen valt jaarlijks tot circa 20% meer neerslag dan in Nederland. Meer noordwaarts, achter IJslands grote ijskappen, is het aanzienlijk droger. De ijskappen functioneren als een soort regenvanger, waardoor er in Centraal- en Noordoost IJsland slechts zo'n 400 tot 600 mm neerslag per jaar valt, beduidend minder dan bij ons.