Hoogtepunten van Oost-Canada

Je Oost-Canada vakantie begint in Halifax, waar je overnacht in een hotel in het centrum van deze levendige havenstad. Onderweg passeer je een tolbrug waar je circa CAD 1 cash voor nodig hebt. De tweelingsteden Halifax en Dartmouth, met daartussen de drukke haven, heten je welkom in Canada. Hoge gebouwen staan naast moderne winkelcentra. Boetieks en bars zijn ondergebracht in historische panden. Alles is gegroepeerd rond de Citadel in het nationaal historische park. 

Vandaag begint je rondreis door dit prachtige deel van Oost-Canada. Zodra je Halifax achter je laat rijd je via de ‘Lighthouse Trail’ langs de grillige kust met Schots aandoende vissersdorpjes, de voormalige thuisbasis van piraten uit vroegere tijden. Onderweg kom je langs sfeervolle vissersplaatsjes, baaien en zandstrandjes. (Geen aankomst mogelijk op vrijdag of zaterdag in verband met minimum verblijf van 2 nachten in het weekend).

Je rijdt door het binnenland via het nationale park Kejimkujik naar Smith Cove en Digby aan de noordkant van Nova Scotia. Het landschap is glooiend en rijk aan dichte bossen en een grote verscheidenheid aan rivieren, vennen en meren. In het park leeft veel wild en de kans om iets te zien is het grootst in de vroege ochtend of in de avond. Wandelen behoort hier ook zeker tot de mogelijkheden. Er zijn hier een aantal goed bewaard gebleven prehistorische Mi’kmaq-indianen kampeerplaatsen te vinden. Wanneer je nog iets verder doorrijdt het park in kom je bij een meer waarin in je in de zomer goed kunt zwemmen.

Vandaag hebben wij voor je een walvisexcursie in de Bay of Fundy vanuit Brier Island op het programma staan. Deze baai is een geliefd zomerverblijf voor diverse soorten walvissen en de kans dat je er een paar ziet is erg groot. Brier Island ligt op ongeveer anderhalf uur rijden vanaf Digby en is het laatste eilandje van de Digby Neck. Deze route vergt wel enige planning vooraf omdat je 2 ferry's moet nemen om bij Brier Island te komen. 

Je verlaat Nova Scotia en gaat vanaf Digby per ferry naar Saint John. Deze ferry vaart in circa 3 uur dwars door de Bay of Fundy naar New Brunswick. Onderweg zijn er goede kansen tot het zien van walvissen. Afvaarten zijn er het gehele jaar door, in het hoogseizoen zo’n 3x per dag. De ferry terminal vind je aan het einde van highway 303 ten noorden van Digby. Na de bevestiging krijg je te horen op welke tijd de ferrytocht voor je gereserveerd is. 

Eenmaal aangekomen in Saint John heb je nog een ritje van ongeveer anderhalf uur voor de boeg om in Fredericton te arriveren. 

Je steekt dwars over en verlaat via het noorden deze mooie provincie. Onderweg zul je merken dat New Brunswick eigenlijk de meest ondergewaardeerde provincie van Oost-Canada is, want de landschappen zijn adembenemend mooi. De provincie wordt aan drie zijdes begrensd door water. Op weg naar het noorden rijd je door beboste heuvellandschappen met rivieren als de Saint John en de Miramichi. In de herfst vind je hier ook de mooiste kleuren zoals geel, oranje felrood en bruin.

Je rijdt langs de kust van de St. Lawrence River vandaag, ookwel de Lighthouse Route genoemd. Dit is een kustweg met vele vergezichten, kleine plaatsjes en mooie vuurtorens. 

Verder naar het oosten zul je merken dat de wegen steeds leger worden. Je passeert Parc National du Bic, met ronde, bergachtige eilandjes met veel kale rotsen en een 300 meter hoog kustgebergte. Het getijdenverschil is hier zeer fotogeniek. Na een mooie dag arriveer je in St. Anne-des-Monts.

Je hebt een volle vrije dag in het park dat een ideale uitvalsbasis is voor wandelingen en wildobservatie. Het heeft een oppervlakte van 802 km², bestaande uit bergachtig terrein en het is een onderdeel van de noordelijke Appalachian Mountains. Mont Albert en Mont Jacques Cartier, die ongeveer 1.277 meter hoog is, zijn de bekendste bergen voor wandelingen en wildobservatie. Dit is het enige park in Quebec waar kariboes, elanden en witstaartherten naast elkaar leven. Geweldige uitzichten en 100 kilometer aan uitgezette wandelwegen maken van Gaspésie National Park één van de mooiste nationale parken in Oost-Canada en een perfecte plek voor lange wandelingen door de natuur. Na ongeveer een half uur rijden het park in arriveer je bij de St. Anne waterval, hier vind je een mooie waterval en veel wandeltrails. Net iets daarvoor tref je het Discovery Center aan wat je het beste als eerste kunt bezoeken. Hier is veel informatie te vinden over het nationale park, de bezienswaardigheden en wandelmogelijkheden.

Je rijdt het park weer uit op weg naar Gaspé. Onderweg heb je de mogelijkheid om een walvisexcursie te maken of een wandeling in het Forillon National Park, gelegen op een in zee uitstekende landtong. Vanaf de punt heb je naar drie kanten een eindeloos uitzicht over de oceaan en de ruige kustlijn. Soms zie je de walvissen gewoon voorbij zwemmen!

Percé, iets verderop gelegen, is vooral bekend vanwege de enorme rots die in zee staat: de Rocher Percé. Pittoreske witte huisjes en groene weiden geven het dorp een vriendelijke uitstraling en de vele hotels en restaurants bieden bijna allemaal uitzicht op de enorme rots. 

Je hebt vandaag een vrije dag in Percé waarop je een bezoek gaat brengen aan het vogelreservaat Ile Bonaventure, dat uitsluitend per boot bereikbaar is. Door de wind geteisterde coniferen groeien vanaf de steile klippen, die onderdak bieden aan honderdduizenden zeevogels, waaronder ongeveer 80.000 broedende jan-van-genten. Een onvergetelijk schouwspel van schreeuwende en ruziënde vogels. Ook kun je kiezen om op zoek te gaan naar diverse soorten walvissen en dolfijnen. Percé zelf trok in 1930 al bezoekers aan, toen het een populair cultureel centrum was. Het plaatsje heeft dit artistieke karakter kunnen behouden en je kunt ook nog een aantal kunstgalerieën bezoeken.

Je vervolgt je weg langs de zuidkust van het Gaspé schiereiland. Onderweg passeer je typische vissersdorpjes met eigen vissersvloten en visverwerkingsbedrijven. 

Onderweg passeer je het traditionele vakantiedorpje Carleton en het Miguasha National Park dat op de lijst van Unesco Wereld Erfgoed staat. Dit is een interessant plek waar veel fossielen gevonden zijn. Je kunt deze plek bereiken door bij Nouvelle van de hoofdweg af te gaan. Bij het park kun je het informatiecentrum bezoeken en diverse tours maken, zowel met als zonder gids. Bij Pointe-a-lá-Croix steek je de baai over naar Campbellton en dan is het niet ver meer naar Petit-Rocher..

Je reis Oost-Canada gaat verder zuidelijk waar je bij Miramichi een gebied betreedt dat het thuis is van Franssprekende Acadians, afstammelingen van de allereerste Europeanen die Noord Amerika ontdekten. Zij houden tot op de dag van vandaag nog steeds hun eigen cultuur aan.

Kouchibouguac National Park bestaat uit 238 km² met stranden, bossen, rivier landschappen en weilanden. Het is het grootste park in New Brunswick met haar 26 kilometer aan duinlandschap langs de Northumberland Strait. Shediac heeft stranden met warm water en wordt ook wel "Lobster Capital" van Canada genoemd.

In dit uiterste zuidoosten van New Brunswick, bij de Confederation Bridge naar Prince Edward Island ligt een natuurgebied, de Cape Jourimain Natural Wildlife Area met moerassen en eilanden omzoomd door zandduinen. Er zitten meer dan 170 vogelsoorten in dit gebied en het biedt enkele wandelroutes. Een daarvan komt uit bij een vuurtoren uit 1870, hier zijn ook visarendnesten te zien. In het Cape Jourimain Nature Center zijn exposities over de natuur en historie van dit gebied te zien. 

Je maakt de oversteek naar PEI en overnacht bij het West Point Lighthouse. Hier in het westelijke deel komen rode zandstenen kliffen uit in de Golf van St. Lawrence en liggen de witte duinen van Cedar Dunes Provincial Park.  West Point is een kleine gemeenschap in het westen van het eiland dat gedomineerd wordt door één de hoogste en meest unieke vuurtorens op het eiland. Deze is in 1875 gebouwd en werd bemand vanuit de naastgelegen woning tot in 1963. Daarna is het gerenoveerd en tegenwoordig is het een accommodatie en een museum.

Je rijdt weer verder langs de kust in het noordelijke deel van Prince Edward Island, de kleinste provincie tijdens je rondreis Oost-Canada. Ongetwijfeld zult je hier kennismaken met Anne of Green Gables, een meisje uit een bekend kinderboek dat over een echtpaar gaat dat besluit een kind uit een weeshuis de adopteren om hen te helpen op hun boerderij in Avonlea, Prince Edward Island. Ze krijgen echter geen jongen, maar het bijdehante, elfjarige meisje Anne Shirley. Het huis dat als inspiratie van het boek diende is een grote trekpleister voor liefhebbers van het boek. Onderweg zijn er ook talloze mogelijkheden om een leuke wandeling te maken. Je overnacht in Montegue.

Het gebied rondom de Greenwich Dunes ligt in Prince Edward Island National Park, dat zich over een gebied van ca. 40 kilometer uitstrekt. Hier vind je een zeer afwisselend landschap met rode zandsteen klippen, zandstranden, bossen en duinen vindt. Schitterende wandelingen kun je hier maken maar de mooiste is wel de Greenwich Dunes Trail (4,5 km). Deze loopt over boardwalks dwars door de duinen, over plassen en drassig land. Ook een bezoek aan het Interpretation Centre is erg leuk om in te plannen.

Je vakantie Oost-Canada is niet compleet zonder een bezoek aan Cape Breton Island. Bij Wood Islands neem je de ferry naar Caribou op Nova Scotia. De rivieren zijn heel visrijk en dit trekt grote aantallen visarenden en aalscholvers aan. Vanaf de weg kun je de nesten observeren. De glooiende hellingen gaan geleidelijk over in het ruigere landschap van Cape Breton. De Canso Causeway is de brug die Cape Breton Island met de rest van Nova Scotia verbind. Deze in 1955 geopende brug hoort tot de diepste dambruggen ter wereld. De muren zijn 66 meter vanaf de zeebodem en ze dienen om de Strait of Canso te beschermen tegen het drijvende pakijs uit het noorden. Je overnacht in Cheticamp, gelegen aan de westkust van Cape Breton. Cape Breton heeft de hoogste populatie Bald Eagles in dit deel van Noord Amerika en er zijn diverse mogelijkheden tot het maken van een boottocht met als doel deze vogels te bekijken. 

Cheticamp is de hoofdplaats van Cape Breton met ongeveer 1.000 inwoners, ook weer een prima plek om een walvisobservatie tocht te maken. Margaree Harbour is een schilderachtig vissersplaatsje waar je in de haven traditionele kreeftenkotters aantreft en excursieschepen waarmee je naar het Margaree Island National Wildlife met talloze zeevogels kunt varen. Als het weer mooi is kun je hier heerlijk zwemmen en rondslenteren op de warme en brede zandstranden. De Margaree Valley is ook een prachtig gebied om te verkennen met  kleine beekjes en riviertjes.

In dit prachtige gebied, dat doet denken aan de Schotse Hooglanden, ligt de Cabot Trail, één van Canada’s mooiste kustwegen. Je doorkruist dichte naaldwouden en rijdt langs steile kliffen die recht de zee induiken. In het binnenland zijn veel meren te vinden. De uitzichten zijn grandioos, je kijkt over zee uit en het gebeurt regelmatig dat er een walvis vlak voor de kust opduikt. Je kunt hier ook heerlijk vis en schaaldieren eten in één van de kleine vissersplaatsjes. Voor de vogelliefhebber is deze kust ook een eldorado, want veel zeevogels doen in de zomermaanden deze kust aan. In het binnenland is er een kans om een eland of ander wild tegen te komen. Tegen het einde van de dag arriveer je in het gezellig plaatsje Baddeck.

Alweer de laatste vakantiedag van je schitterende rondreis Oost-Canada. Je rijdt weer terug naar de luchthaven van Halifax, highway 104 brengt je in circa drie en een half uur van Baddeck naar de luchthaven. Hier lever je de huurauto weer in en check je in voor de vlucht naar huis.